Käthe Kollwitz
Het leven en werk van de Duitse tekenares en beeldhouwster Käthe Kollwitz wordt gekenmerkt door tragedie. De smart om de dood van haar zoon tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft haar sterk getekend. Maar ook de economische crisis, de klassenstrijd en de ideologische beroering binnen de Duitse samenleving maakten van haar een zeer bewogen en emotionele kunstenares. Met haar man, de arts Karl Kollwitz, woonde ze in een arbeidersbuurt te Berlijn. Haar bekommernis voor hen die armoede leden en uitgebuit werden drukte ze uit via talrijke tekeningen, etsen, lithografieën en houtsneden. Käthe Kollwitz probeerde met haar kunst uitdrukking te geven aan de gevoelens en de emoties van gewone mensen. In haar werk gaf zij uiting aan haar pacifistische ingesteldheid en haar afkeur voor de oorlog.
Pas omstreeks haar veertigste begon zij te beeldhouwen. Haar beelden zijn sober maar monumentaal en hebben een sterke uitdrukkingskracht. In 1933 werd haar werk entartet verklaard. Zij werd door de nationaalsocialisten verdreven van de Berlijnse academie, waaraan zij sedert 1928 verbonden was. In 1936 kreeg ze een expositieverbod, maar ze bleef beeldhouwen en tekenen tot aan haar dood in 1945. In haar late werk nam het afbeelden van moeder en kind meer en meer een centrale plaats in.
Käthe Kollwitz heeft heel haar leven lang geleefd naar het motto van haar grootvader: “Eine Gabe ist eine Aufgabe”. Ze zag haar talent als een opdracht om de sociale misstoestanden en de oorlogsverschrikkingen aan het grote publiek te tonen. Ze wilde via haar kunst voor een grotere bewustwording zorgen. Met haar beelden weet ze de mensen tot op de dag van vandaag tot in het diepst van hun ziel te raken. Käthe Kollwitz was één van de grote figuren uit de twintigste eeuw. Het maken van kunst was voor haar een innerlijke noodzaak maar terzelfdertijd wilde ze met haar kunst uitdrukking geven aan de gevoelens en de emoties van gewone mensen.
In 1921 bedreigde een hongersnood in de Wolga-regio van Sovjet-Rusland het leven van miljoenen boeren, en verhalen over kannibalisme en andere gruwelen deden de ronde in het Westen, wat Kollwitz ertoe aanzette deze litho te maken. Magere wangen en ingevallen ogen geven een uitgemergelde man een skeletachtig uiterlijk, terwijl handen om hem heen draaien en hulp bieden. Kollwitz geeft de tragedie een menselijk gezicht en roept haar landgenoten op hun steun te verlenen.
Deze houtskooltekening uit 1921 werd gepubliceerd als onderdeel van de hulpverlening van de Internationale Arbeiterhilfe (International Worker’s Aid), een door de communisten gesteunde organisatie die in augustus 1921 werd opgericht als reactie op de oproep van Vladimir Lenin om hulp van het internationale proletariaat. Sommige versies kwamen met de aanmaning “Helft Russland” (Help Rusland) bovenaan geschreven. Kollwitz haar oeuvre verspreidde zich in Europa en de Verenigde Staten.