“6 x Argyle stoel” (1899)
Beschrijving:
Deze stoel met een ongebruikelijk hoge rugleuning is ontworpen door de Schotse architect Charles Rennie Mackintosh voor de Argyle Street Tearooms van Catherine Cranston in Glasgow rond 1898-1899. Het ontwerp voor het meubilair van de theehuizen was de eerste grote particuliere opdracht in de carrière van Mackintosh. De Argyle-stoel werd getoond op de Achtste Tentoonstelling van de Weense Secession, Oostenrijk in 1900, waar de zeer individuele stijl van Mackintosh een sterke invloed had op en bijdroeg aan de ontwikkeling van het werk bij de Wiener Werkstatte.
De afgezwakte lijnen en de overdreven hoogte van zijn rug liepen vooruit op veel van Mackintosh’s latere ontwerpen. Het is de eerste van zijn stoelen met hoge rugleuning die de bovenste rail heeft als een emblematisch iconisch symbool. De rugleuningen ondersteunen een vergrote ovale hoofdsteun met een gestileerde vliegende zwaluwvorm met frets. Mackintosh verhoogde de stoelen zodat het meubilair een dramatisch statement in de kamer was.
Mackintosh’s concentratie op de formele kwaliteiten van het meubilair in het interieur anticipeerde heel erg op de geest van het 20e-eeuwse modernisme. Hoewel hij thuis niet zo gewaardeerd werd als op het continent (hij stierf in relatieve armoede in Londen in 1928), werden zijn architectuur en design wereldwijd vereerd en werden ze gewaardeerd omdat ze een belangrijke brug vormden tussen de 19e en 20e eeuw. , en tussen Engeland en continentaal Europa.
Kunstenaar: Charles Rennie Macintosh
Jaar: 1899
Formaat: 136,5 x 51 x 56,5
Categorie: Arts and Crafts
Jaar: 1899
Formaat: 136,5 x 51 x 56,5
Categorie: Arts and Crafts
Wanneer u interesse heeft in dit werk, kunt u contact opnemen met Sjoerd Schepman via sjoerd@persch-art.nl.
Charles Rennie Macintosh (1868-1928)
Charles Rennie Mackintosh, een van de bekendste vertegenwoordigers van de arts-and-craftsbeweging, is befaamd om zijn innovatieve en invloedrijke stijl die een grote rol speelde bij het ontstaan van de Europese kunstbeweging art-nouveau. Mackintosh drukte zijn stempel op drie architectonische genres: openbare gebouwen, particuliere huizen en theesalons, waarvan het merendeel zich in Glasgow bevindt.
Mackintosh was de stuwende kracht van de Schotse beweging in de architectuur. Hij was eerst voorstander van de Jugendstil, later van moderne stilering. Hij werkte samen met Herbert McNair en diens vrouw, terwijl ook zijn eigen vrouw, Margareth Macdonald, aan zijn bureau meewerkte. Mackintosh streefde er naar een woonruimte te scheppen als een organisme met eenheid van kleur, vorm en stemming. Deze zienswijze bracht hij gelijkelijk op het hele huis over. Bekend zijn de School of Art te Glasgow (1894-1906) en de Teashop (1898-1900) aldaar.
Tezamen met zijn echtgenote Margaret Macdonald Charles Rennie Mackintosh, haar zus Frances en Herbert McNair was Mackintosh van belangrijke invloed op de ontwikkeling van de zogenaamde ‘Glasgow Style’. Hun hoofdvormen waren strak van lijn, de versiering bleef hoofdzakelijk binnen het platte vlak en verhulde de constructie niet. Meubels – vaak van eikenhout, al dan niet wit gelakt ofzwart gebeitst – waren vaak langgerekt van vorm, stoelen hadden hoge rugleuningen, de stoffen bekleding was soms versierd met gestileerde rozen of vrouwenfiguren.
Mackintosh’ grootste verdienste was misschien wel het aangeven van een nieuwe richting, weg van de decoratieve excessen van de art-nouveau. In tegenstelling tot de Belgen en de Fransen gebruikte Mackintosh de gebogen lijnen van de art-nouveau met grote strengheid en in harmonieus contrast met tralieachtige patronen van horizontale en verticale lijnen. Veel voorkomende motieven in het werk van Charles Rennie Mackintosh zijn de rozenknop en de eivorm.
Vooral zijn stof- en meubelontwerpen waren baanbrekend. Net als zijn tijdgenoten werd hij beïnvloed door het Symbolisme en de Japanse kunst-elementen die hij omvormde tot een heel herkenbare, onvergelijkelijke lineaire decoratieve stijl. Zijn ornamentiek was altijd terughoudend en accentueerde de gegeven vormen.